Taalontwikkeling
Voorlezen aan baby
Wist je dat je een baby al kunt voorlezen vanaf de leeftijd van drie maanden? Dan hebben we het in eerste instantie meer over het ontdekken. Je leest eigenlijk geen boek voor aan een baby, je ontdekt het boek samen!
Een baby ontdekt een boek door te voelen, te kijken en te proeven. Een boekje wordt dus eerst met de zintuigen ontdekt. Een knisperboekje maakt geluidjes als je erin knijpt en tussendoor benoem je de afbeeldingen die je ziet. Dat je het boekje van achter naar voren leest maakt niet uit.

Een boekje lezen gaat om het gezellig even samen zijn en ondertussen wordt de taalontwikkeling spelenderwijs gestimuleerd. Wanneer de baby's iets ouder worden, kunnen ze zelf het boekje vast pakken en blaadjes om slaan. Ook al is het nog op de kop, het begin is er. Later zal de baby begrijpen dat er afbeeldingen in staan. De baby zal er naar wijzen en voorleesplezier ontwikkelen.
Dat is het allerbelangrijkste en daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen!
Baby's die worden voorgelezen, lopen met vijftien maanden voor in hun taalontwikkeling en breiden deze voorsprong vervolgens verder uit (Van den Berg & Bus, 2015).

Welke boeken kies je?
Wanneer je voorleest, heb je de keuze uit diverse boeken. Informatieve boeken zoals zoekboeken, ontdekboeken zoals een flapjesboek en leuke prentenboeken of voelboekjes. Het taalgebruik is dan vaak anders dan wanneer je een gesprekje voert. Kinderen leren ook dat boeken iets anders zijn dan speelgoed. Ze leren dat er een relatie is tussen geschreven en gesproken taal. Wanneer een kind ongeveer twee jaar is, zou je een digitaal prentenboek kunnen bekijken. Digitale prentenboeken leveren niet alleen een bijdrage aan het voorleesplezier, maar kunnen kinderen ook extra ondersteuning bieden in hun taalontwikkeling.
Voorlezen in kleine groepjes
Voorlezen in de kring, voor een grote groep kan. Het geeft rust op de groep en is vaak een onderdeel van het dagritme. Maar voorlezen in kleine groepjes tussendoor is eigenlijk nog belangrijker. Je kunt meer aansluiten op de leeftijd van de kinderen. Op deze manier wordt er vaak meer interactief voorgelezen, doordat er vragen gesteld kunnen worden en deze kinderen ook de mogelijkheid hebben om te reageren. In een grote kring is dat vaak lastiger.

De nabijheid van boeken werkt aantoonbaar positief op de leesontwikkeling. Idealiter zijn die
boeken niet alleen thuis te vinden, maar ook in de kinderopvang, op de buitenschoolse opvang
en op school. Kinderen en jongeren zijn gemotiveerder om te lezen en gaan ook daadwerkelijk
meer lezen als er een leeshoek of boekenkast is met een aantrekkelijk en actueel aanbod. Die
directe nabijheid van boeken en ander leesmateriaal kan ervoor zorgen dat ze lezen verkiezen
boven een andere activiteit.
In de publicatie De doorgaande leeslijn: De leesontwikkeling van 0-20 jaar beschrijft Stichting Lezen op basis van wetenschappelijke inzichten de leesontwikkeling van kinderen en jongeren. Welke factoren remmen en welke factoren stimuleren deze ontwikkeling? Deze doorgaande leeslijn is daarmee het fundament onder een effectieve aanpak om kinderen en jongeren te laten uitgroeien tot gemotiveerde, leesvaardige en literair competente volwassenen.
De doorgaande leeslijn helpt alle beleidsmakers en professionals in de kinderopvang, het onderwijs en bij bibliotheken weloverwogen beslissingen nemen over het stimuleren van het leesplezier en van de leescompetentie van kinderen en jongeren.
In de leesontwikkeling zijn er een aantal sleutelmomenten waarop de leesmotivatie kan kelderen en die daarom extra aandacht vragen van de helpende volwassene. Het eerste sleutelmoment is de voor- en vroegschoolse periode: hierin wordt de basis gelegd voor de taal- en leesontwikkeling en de leesmotivatie.
Klik hier voor meer informatie over de doorgaande leeslijn.