Kijk mij eens!

  • leuke boeken
  • BoekStart boekidee
  • BoekStarttip.be
  • liedjes
  • een Bereslim verhaal
  • voorleesverhalen van The Reading Corner
  • spelletjes voor op de groep

Kijk mij eens! 

klik op de afbeelding om naar het boek te gaan

 

Ik ben lekker stout

Annie M.G. Schmidt 

Toverpret

Anita Bijsterbosch

Schud eens aan de appelboom!

Nico Sternbaum

Wie doet er mee?

 Daniela Olejnikova

Groot!

Aurore Petit

Mijn vingers willen huppelen!

Claire Zuchelli- Romer

Kijk nou wat ik kan!

Michel de Boer 

Van top tot teen met Fien en Milo

Pauline Oud 

Mijn mama... tekent

Nancy Kers 

Gewoon zoals je bent

Jonny Lambert 

Mijn handen dansen en mijn mondje is een rondje

Riet Wille 

Kijk eens wat ik kan

Annie M.G. Schmidt 

Ik kan het zelf!

Nicola Kinnear 

We bakken een dierentuin

Marit Törnqvist 

Dat kan ik ook!

Britta Teckentrup 

Zelf doen, zeg kleine Ezel

Rindert Kromhout 

Ik ook

Jan Jutte 

Wat knap van je Immy

Mack van Gageldonk 

Ik vind alles stom!

Sophy Henn 

Bobbi op de wc

Monica Maas 

1, 2, 3, 4 geen hoedje van papier

Riet Wille 

Anna ruimt op

Kathleen Amant

Rik op stap - zoekboek

Liesbet Slegers

Maak van het voorleesmoment een gewoonte.
Kinderen vinden het heel fijn wanneer ze op het voorleesmoment kunnen rekenen.
Lees bij voorkeur voor in de leeshoek of op een plek waar kinderen niet bezig kunnen zijn met iets anders.

 

Je wordt niet als lezer geboren.... 
Heb jij vandaag al voorgelezen?

Liedjes

 

Klap eens in je handjes 

Klap eens in je handjes, blij blij blij
Op je mooie bolletje, allebei
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
Zo varen de scheepjes voorbij
Zo groot ben jij!

Kleine Jan en grote Jan

Kleine Jan en grote Jan
die zouden samen zingen.
Kleine Jan die sloeg de maat,
maar grote Jan ging.... springen!


De kinderen kunnen om de beurt bedenken wat Grote Jan gaat doen en de kinderen doen natuurlijk mee!

Rood, rood, ‘k heb geen rood.

Rood, rood, ‘k heb geen rood.
Ik moet nog rood gaan zoeken
hier in alle hoeken.

Groen, groen, ‘k heb geen groen.
Ik moet nog groen gaan zoeken
hier in alle hoeken.

De kinderen zitten in de kring. Om de beurt gaan ze een voorwerp zoeken.

Handen wassen voor het eten

Handen wassen voor het eten,
voeten vegen op de mat.
Tanden poetsen niet vergeten
Zo, nu gaan we fijn in bad.
La la la, wassen, wassen telkens weer,
wacht maar tot ik groot ben,
dan was ik me nooit meer!
La la la, wassen, wassen telkens weer,
wacht maar tot ik groot ben,
dan was ik me nooit meer!

Hoofd, schouder, knie en teen

Hoofd, schouder, knie en teen
Knie en teen
Hoofd, schouder, knie en teen
Knie en teen
Oren, ogen, puntje van je neus
Hoofd, schouder, knie en teen
Knie en teen

Dit zijn mijn wangetjes

Dit zijn mijn wangetjes
en dit is mijn kin.
Dit is mijn mondje,
met tandjes erin
Dit zijn mijn oren, mijn ogen, mijn haar
Nu nog mijn neusje
en dan ben ik klaar!

Voetje, voetje, voetje

Voetje, voetje, voetje, wat ga je doen?
Voetje, voetje, voetje, in je mooie schoen?
Ik kan lopen, lopen, lopen, lopen op mijn voeten.
Ik kan stampen, stampen, stampen, stampen met mijn voeten.
Springen, springen, springen, springen op mijn voeten.
En.... Rennen, rennen, rennen, rennen op mijn voeten!
Rennen, rennen, rennen, rennen op mijn voeten...

Dit ben ik (vader Jacob)

Kijk mijn haren
Kijk mijn oren
en mijn mond
en mijn neus
Kijk eens naar mijn wimpers
Kijk eens naar mijn ogen
Dit ben ik!
Dit ben ik!

Een Bereslim verhaal 

 

In de Bereslimme Boeken worden verhalen tot leven gebracht. De bewegende figuren, geluidseffecten en de vertelstem stimuleren de woordenschat en taalbegrip van kinderen. Alle kinderen kunnen aan de slag met Bereslim. Kinderen met een taalachterstand of anderstalige kinderen profiteren het meest van deze aanpak. 
Het kijken van een Bereslim Boek naast het papieren boek zorgt voor een verdubbeling in het aantal nieuwe woorden dat een kind leert. Meer informatie kan je hier vinden.

 

Dit ben ik

Liesbet Slegers

Dit ben ik! Ik heb twee oogjes, een neus en een mond. Ik heb twee armpjes, twee benen en een buik. Elke dag doe ik mijn kleertjes aan. En speel ik met mijn vriendjes.Een herkenbaar verzamelboek. Voor peuters vanaf 12 maanden, met het dagelijks leven van het kind als thema.

The Reading Corner

 

Het kijken en luisteren naar verhalen in The Reading Corner kan een goede aanvulling zijn op het zelf voorlezen en ontdekken van een prentenboek. 

  • Hieper de Piep - Sam Loman
  • Kijk nou wat ik kan! - Michel de Boer
  • Bobbi leert fietsen - Monica Maas
  • Meneer Leeuw wil kleur 4+ - Nastja Holtfreter

Hieper de Pipo

Pipo hiepert, huppelt, stuitert, hopt, tuimelt, rent, rolt, struikelt en buitelt. Dat doet hij niet expres. Het gaat vanzelf. Zijn lichaam voelt als elastiek en af en toe lijkt het alsof hij een pingpongbal in zijn hoofd heeft. Soms is dat best lastig. Als hij taken moet uitvoeren op school, bijvoorbeeld. Of als Pipo ja zegt terwijl hij eigenlijk nee bedoelt. Maar meestal is het leuk om zo te zijn. En daarom rent, springt, buitelt en rolt Pipo gewoon door!

Kijk nou wat ik kan!

In de dierentuin wordt Schildpadje geboren. Hij ontmoet de andere dieren en ziet wat ze allemaal kunnen. Leeuw kan brullen, Apie kan slingeren, Gier kan vliegen. Schildpadje kan al die dingen niet. Eigenlijk kan hij helemaal niks. Of toch wel?

Bobbi leert fietsen

Papa vraagt: ‘Wil je écht fietsen? Dan haal ik de wieltjes weg. Laten we het eens proberen.’ Bobbi zegt: ‘Wat spannend, zeg.’ Bobbi leert fietsen zónder zijwieltjes.
Wat een avontuur!

Meneer Leeuw wil kleur 4+

Alle dieren in de jungle hebben bijzondere kleuren. Meneer Leeuw vindt zijn eigen kleuren daarom behoorlijk saai. Daar moet verandering in komen, vindt hij, want hij is tenslotte de koning van de jungle. Al snel gaat hij op zoek naar de mooiste kleur voor zijn vacht. Zal hij de juiste kleur vinden of leert hij dat het misschien toch beter is om gewoon jezelf te blijven?

Inspiratie voor op de groep

 

Je print een aantal afbeeldingen op A4 formaat en je lamineert deze. Op de afbeeldingen staan bijvoorbeeld:

  • een kindje dat zit op de grond
  • een kindje dat springt
  • een kindje dat hurkt
  • een kindje met de armen omhoog
  • een kindje dat op één been staat etc.
  • Deze afbeeldingen hang je aan een lijn die je door de ruimte hangt. Eén voor één gaan de kinderen langs de afbeeldingen en doen de bewegingen na. Kunnen ze zelf ook vertellen wat er op de afbeelding staat voordat ze het gaan uitbeelden?

Hoepelspelletje: je legt een hoepel op de grond en je geeft een paar kinderen opdrachten bv

  • ga op je buik liggen met de handen IN de hoepel
  • ga op je rug liggen met je voeten IN de hoepel
  • ga met één been NAAST de hoepel staan
  • ga met je voeten OP de hoepel staan
  • ga OP je billen zitten met je voeten IN de hoepel. 1, 2, 3 en nu de voeten OMHOOG
  • sta met één been IN de hoepel en één been buiten de hoepel. 1, 2, 3 en nu de armen OMHOOG etc.
  • Verf mengen met de kinderen en laat de kinderen raden welke kleur het wordt. Tip: verf één hand geel en een andere hand blauw. Druk deze blauwe en gele hand één voor één af op papier. Laat het kindje dan de kleuren mengen in de handen en dan beide handjes weer afdrukken. Welke kleur hebben we dan?
  • Benoem in de kring elkaars kledingkleur. Kunnen de kinderen bij elkaar gaan zitten met dezelfde kleuren?
  • In lege glazen potjes of flesjes kan je water doen. Laat er crêpepapier in zakken en laat de kinderen zien hoe het doorzichtige water verandert! Wanneer je eerst blauw doet en dan geel toevoegt, krijg je groen: blauwtje en geeltje. Kunnen de kinderen mee toveren?
  • Estafette: 4 bakjes met 4 kleuren. Twee aan de ene kant van de ruimte, twee aan de andere kant. Bij drie bakjes staan drie kinderen, bij het vierde bakje een leidster. Twee om twee gaan we één bal bij de ander aan de overkant in het bakje doen. Wie het eerste alle balletjes in het andere bakje heeft gedaan, is de winnaar!
  • Verven met verschillende materialen: macaroni wokkels, stempelen met schuursponsjes (kan in verschillende vormen) of stempelen met duplo. Het gaat vooral om het ervaren!
  • Kleien met de kinderen. Laten drogen en daarna verven. Biedt ook klei gereedschap aan en laat de kinderen zelf bedenken wat ze willen maken. Alles is goed, het gaat om het ervaren en laat de fantasie de vrije loop.
  • Toveren met knikkers op een vel papier in een (schoenen)doos en schudden maar!
  • De oudere kinderen laten experimenteren met verf, grote prikkers, grote kwasten en kleine kwasten. Stempelen met keukenrollen en wc rollen en alles wat je maar kan bedenken!
  • Leg een groot stevig karton op de grond of een groot stuk behang. Daarop maak je van verf kleine hoopjes. De kinderen krijgen een ballon (niet al te groot) aan een touwtje. Het is de bedoeling dat ze met de ballon door het verf gaan en met z’n allen een prachtig schilderij maken. Plezier staat voorop, dus oude kleding aan en lekker op blote voeten!

  • Spelletje 'woord gehoord'
    Vertel een verhaal waarin regelmatig een afgesproken woord in voorkomt. Op het moment dat het woord genoemd wordt klappen de kinderen in hun handen (of stampen ze met hun voeten, of springen ze etc.).
    Tip: gebruik bij oudere kinderen moeilijkere woorden.
    Uit: De Taalwaaier van SWV Helmond- Peelland PO